De (klassen)omgeving is zodanig ingericht, dat het kind als het ware wordt uitgenodigd om aan het werk te gaan. Het leermateriaal is zo geordend en neergezet dat leerlingen er zelfstandig mee kunnen werken. Er zijn speciale kleedjes waarop kinderen hun werkjes kunnen maken. Het speciaal door Montessori ontwikkelde materiaal neemt hier een bijzondere plaats in. Maria Montessori spreekt hier van de “voorbereide omgeving”.
De school schept een leeromgeving die tegemoet komt aan de behoefte tot ontwikkelen en die aansluit bij de mogelijkheden van het kind. Het is de taak van de leerkracht om deze omgeving te creëren door te observeren en hulp te bieden waar het nodig is en de omgeving zo in te richten dat het kind wordt uitgedaagd.